Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als hij nu in zijn huis kwam, zo nam hij een mes, en greep zijn bijwijf, en [53]deelde haar met [54]haar beenderen in twaalf stukken; en hij zond ze in alle [55]landpalen van Israel. 53. Hebreeuws alsof men zeide: Stukte haar in twaalf stukken, deelde haar in twaalf delen. 54. Of, door haar beenderen; dat is, het lichaam in de samenvoeging der beenderen doorsnijdende. 55. Dewijl geen koning, [dat is, wettelijke hoge overheid] in dien tijd in Israel was, aan wien hij de klacht mocht doen, boven, vs.1. Deze daad is geenszins te prijzen, want het was schandelijk alzo te handelen met het dode lichaam van zijne vrouw.